Omgeving

De Fransen hebben het zelf vaak over la belle of la douce France en hier zie je waarom. De Dordogne is een schatkamer. Het weer is heerlijk, de natuur prachtig, het landschap oogstrelend en het eten een genot. Voor de Fransen is de Périgord –oude naam van deze streek– een culinair begrip.

Het toerisme heeft het oorspronkelijk arme gebied welvarender gemaakt, maar het blijft voor alles een agrarische provincie met –naast al die kastelen- kleinschalige boerderijen met grazige velden en kastanje– en eikenbossen. Dus met truffels, en bijenkorven vol honing; walnoten zijn ook een specialiteit van hier. En eend…

Wat die kastelen betreft: in de buurt staan langs de rivier de machtige chateaux van Castelnaud, Beynac en van Josephine Baker: Milandes. Allemaal open voor het publiek. Bij Bergerac (40 km) het kasteel van Monbazillac van de zoete dessertwijn die de Fransen ook als aperitief drinken. Middeleeuws Sarlat (40 km) bezoek je natuurlijk, en dichterbij 13e eeuwse vestingstadjes zoals Monpazier.